Kunstbespiegelingen en ontwikkelingen

Kunst lijkt uit een bron te ontstaan die aan het denken, de persona en zelfs de intuïtie vooraf gaat.
Het gaat door je heen als persoon en krijgt tegelijkertijd ook zijn vorm door je persoonlijke eigenschappen en vakkundigheid.

Wanneer spreek je van kunst?
Mijn uitgangspunten:

  • de uiting heeft een inhoud die verder reikt dan het onderwerp
  • de inhoud betreft een wezenlijk of existentieel aspect. Een algemeen menselijk of universeel aspect die door ieder mens in principe herkend kan worden
  • de inhoud vindt zijn uitdrukking door samenspel van specifieke compositie in vorm en kleur, en een bepaalde materiaalhantering
  • het werk raakt je hart. Dus reikt dieper dan je denken en associaties alleen
  • kunst brengt je weer in verbinding met het scheppende principe in ieder mens

Het feitelijke onderwerp van een schilderij is medium voor de inhoud en kan een heel simpel gegeven zijn. De inhoud wordt bepaald door wat de kunstenaar wil uitbeelden en wat de bron is van de creatieve expressie.

De kunstzinnige expressie kan zeer harmonisch zijn of juist heel confronterend/schokkend. Dit laatste omdat bestaande en beperkende concepten die ons denken en beleving bepalen, aan de kaak worden gesteld.

Een kunstenaar moet zijn of haar concepten kunnen loslaten zodat er een vrije(re) ruimte ontstaat voor de scheppende krachten. Deze lijken inherent aan de natuur en de mens.

Vele kunstenaars maken kunstwerken in de lijn van een bepaalde stroming. Kunst kán vernieuwend zijn maar dit is m.i. geen bepalend criterium ervoor. Kunst kan maatschappelijk betrokken zijn maar ook dat is geen essentieel criterium.

Kunst en schoonheid hangen met elkaar samen; hoe meer iets essentieels tot uitdrukking wordt gebracht hoe meer schoonheid het werk heeft. Kunst heeft geen directe samenhang met esthetiek.
De schoonheid van een kunstzinnige uiting hangt direct samen met de integriteit en oprechtheid van de kunstenaar tijdens het creëren. Geen bedenksels, trivialiteiten, maniërisme pronkuitingen etc.

Beeldende kunstuitingen zijn in wezen niet afhankelijk van een toelichting en uitleg voor hun werking. Is dit wel zo dan is er sprake van een mengvorm van beeld en verbale concepten.
De diepere werking van kunst gaat voorbij aan het intellect en verklaringen in woorden.

Smaak: persoonlijke affiniteit met een bepaalde manier van expressie.
Als je de beeldtaal verstaat kun je een uiting als kunst waarderen ook al is het niet jouw smaak.

Welke kwaliteiten/vaardigheden/talenten onderscheiden kunstzinnige expressie van vrije expressie?

Te denken valt aan de volgende aspecten:
1) vakmanschap
a)kundig zijn t.a.v. de technische en expressieve mogelijkheden van materialen. Onderzoeken van nieuwe mogelijkheden van expressie met materialen.
b) beheersing van de taal van een specifieke uitdrukkingsmiddel(en), bijvoorbeeld de werking van kleur, vorm en ruimte of stilte en klank. D.w.z. je idee en gevoel uit kunnen drukken in die taal zodanig dat anderen deze kunnen verstaan en geroerd worden wanneer ze jouw expressie zien, horen of ondergaan.
Die taal is echter deels ook cultuur bepaald. Binnen een cultuur zijn er afspraken ontstaan t.a.v. bepaalde expressies zoals zwart als kleur van rouw of juist wit.
2) unieke/nieuwe oplossingen en combinaties binnen de betreffende taal.
3) inhoud: eerder besproken

Iedereen kan een tekening maken maar in hoeverre is
a)iemand als persoon vrij in zijn expressie
b)heeft iemand het vermogen tot kunstzinnige expressie zoals hierboven toegelicht?

 

error: Content is protected !!